Vandijkonline-vrienden-weblog

maandag, juni 11, 2007

Nederlandse taal


Wat is de Nederlandse taal toch moeilijk om te leren! Ik snap best, dat mensen soms de kluts kwijtraken door al die verschillende betekenissen van woorden.
Zo bedacht ik, dat bijvoorbeeld de aanduiding van de dagen heel verwarrend is.
De dagen rond vandaag zijn niet zo moeilijk te onthouden, die heten gewoon "eergisteren-gisteren-vandaag-morgen-overmorgen".
Het woord "morgen" gebruiken we ook voor het dagdeel de ochtend, maar de ochtend van morgen heet niet "morgenmorgen", maar "morgenochtend of morgenvroeg". Het gekke is dan weer, dat "morgenvroeg" niet persé vroeg hoeft te zijn. Het kan ook "morgenvroeg laat" zijn.
Vroeger (en hier bedoelen we weer: in het verleden) sprak men over "des daags" en "des nachts", nu zeggen we nog wel "'s nachts", maar in plaats van het dan meer logische "'s dags" zeggen we "overdag".
Maar hebben we het over "overnacht" dan bedoelen we, dat we de nacht ergens doorgebracht hebben.
Zo kon de buitenlandse partner van een van mijn nichtjes ook niet begrijpen, hoe mijn moeder een buikoperatie achter de rug kon hebben.
Weten jullie nog meer voorbeelden van zulke onlogische woorden en uitdrukkingen in onze mooie maar o zo moeilijke Nederlandse taal?

Geen opmerkingen: